Dit zijn de 11 belangrijkste mobiliteitsontwikkelingen voor 2024
Ook in 2024 verandert er van alles op het gebied van zakelijke mobiliteit. Gelukkig blijft er ook nog best wat bij het oude. Graag zetten we voor u de belangrijkste mobiliteitsontwikkelingen voor dit én volgend jaar op een rijtje.
#1 Bijtellingsregels blijven onveranderd
De afgelopen jaren én de aankomende jaren verander(d)en de bijtellingsregels voor de auto van de zaak voortdurend. Wat dat betreft is 2024 een bijzonder jaar, want er verandert helemaal niets. Net als in 2023 profiteren bestuurders van een auto van de zaak van een bijtellingstarief van 16% over de eerste 30.000 euro van de cataloguswaarde van hun auto. Over elke euro boven die grens betaalt u 22%. Heeft uw auto een brandstofmotor aan boord? Dan is het bijtellingstarief 22% over de gehele cataloguswaarde. Volgens de huidige plannen is het bijtellingsvoordeel voor elektrische auto’s per 2026 verleden tijd.
EV’s | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Bijtelling | 16% | 16% | 17% | 22% |
Bijtellingsgrens | € 30.000 | € 30.000 | € 30.000 | nvt |
#2 Voor elektrische auto’s geldt nog altijd geen motorrijtuigenbelasting (mrb)
Wie rijdt met een volledig elektrische auto is geen motorrijtuigenbelasting (mrb) verschuldigd. Dat scheelt al snel vele honderden euro’s op jaarbasis. Ook in 2024 is de ontheffing van het betalen van mrb van kracht voor ev-rijders. In 2025 lijkt er echter wél mrb voor elektrische auto’s te gaan gelden. Vooralsnog wordt er gesproken over een ‘kwart-tarief’, waarbij er een korting van 75% geldt op de reguliere motorrijtuigenbelasting. Per 2026 zou de vrijstelling van ‘wegenbelasting’ dan tot het verleden behoren en betaalt ook de ev-rijder het voltarief. De plannen voor 2025 en 2026 zijn echter nog niet definitief. Voor plug-in hybrides geldt een halftarief in 2024 (50% korting) en in 2025 naar verwachting een drie-kwartstarief (25% korting).
#3 BPM-vrijstelling ondernemers verdwijnt
In 2025 wordt – als de plannen doorgaan - de vrijstelling van bpm (Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen) voor bestelauto’s afgeschaft. Dat betekent dat ondernemers gewoon aanschafbelasting gaan betalen voor hun nieuwe bestelwagen. Echter geldt dat niet voor volledig elektrische bestelwagens. Om de verkoop van die emissievrije voertuigen te stimuleren, hoeven ondernemers voor die grijze kentekens nog altijd geen bpm te betalen.
#4 De bedrijfswagen op brandstof mag de binnenstad niet meer in
Op 1 januari 2025 veranderen de binnensteden van veel grote Nederlandse gemeenten in zogenaamde zero emissiezones. Dat betekent dat alleen nog elektrische bestelauto’s die zone mogen betreden. Overigens mogen de gemeenten zelf bepalen hoe groot die zero emissiezones worden, dus de gebieden kunnen variëren van een paar straten tot de gehele binnenstad. Ook is 1 januari 2025 geen keiharde datum. Er bestaat immers een overgangsregeling. Bedrijfswagens met emissieklasse euro 5 mogen nog tot 2027 de binnensteden in. Bestelbussen met een euro 6 label zelfs nog één jaartje langer. De boodschap van de overheid is echter duidelijk: ondernemers elektrificeer!
#5 Groot rijbewijsplicht grijs kenteken gaat door
Ondernemers die al de overstap maken naar de elektrische bestelbus, lopen tegen een belangrijke horde aan: door het zware accupakket wegen de grotere bestelwagens vaak meer dan 3.500 kg. Dat betekent dat het reguliere B-rijbewijs (voor het besturen van personenauto’s) niet volstaat. Kortom, het C-rijbewijs is nodig. Even werd gehoopt dat er deels een vrijstelling zou komen voor het vrachtwagenrijbewijs, maar dat komt er niet. Per 1 januari 2024 is het rijbewijs C verplicht voor elektrische bedrijfswagens van 3.501 tot 4.250 kilo, waarbij er per 1 juli 2024 ook op gehandhaafd gaat worden.
#6 Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA) start pas in het voorjaar
De subsidieregeling voor de aanschaf van emissieloze bedrijfauto’s, de SEBA, gaat in 2024 niet zoals gebruikelijk per 1 januari in, maar pas eind maart. De reden voor de vertraging is de recente Tweede Kamerverkiezing. De begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor 2024 wordt daardoor later behandeld. De SEBA voorziet in een subsidie tot 5.000 euro. In 2025 keert de SEBA niet meer terug. In 2024 is de SEBA-regeling van kracht zolang de subsidiepot gevuld is.
#7 Korting op de brandstofaccijns blijft
Hoewel het kabinet de korting op de brandstofaccijns voor 2024 wilde afschaffen, heeft de Tweede Kamer besloten dat de korting blijft. Kortom, benzine en diesel worden dit jaar niet respectievelijk 21 en 13,5 eurocent per liter duurder zoals beoogd. De brandstofaccijns wordt voorlopig alleen voor dit jaar bevroren. De belangrijkste reden van het handhaven van de korting is dat autorijden voor mensen met een kleine portemonnee anders onbetaalbaar wordt.
#8 Onbelaste reiskostenvergoeding gaat verder omhoog
In 2024 stijgt de maximale onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,21 naar € 0,23 per kilometer. Vorig jaar steeg de onbelaste reiskostenvergoeding ook al met € 0,02 ten opzichte van het jaar ervoor. De onbelaste reiskostenvergoeding geldt voor woon-werkverkeer en zakelijke reizen.
#9 CO2-rapportageplicht: hoe reizen uw medewerkers?
Voor bedrijven met 100 of meer werknemers geldt vanaf 1 juli 2024 de CO2-rapportageplicht werkgebonden personenmobiliteit. Zoals de naam al aangeeft, is een dergelijke onderneming verplicht jaarlijks te rapporteren over haar zakelijke verkeer en het woon-werkverkeer van haar medewerkers. Zo moeten zij bijhouden en doorgeven aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) hoeveel autokilometers er afgelegd zijn, uitgesplitst naar soort brandstof. Met de rapportageplicht wil de overheid de CO2-uitstoot verminderen.
#10 De thuiswerkvergoeding gaat omhoog
Werknemers die thuis werken mag u als werkgever compenseren met een vergoeding. Over die thuiswerkvergoeding betaalt uw werknemer geen belasting. De thuiswerkvergoeding ging vorig jaar omhoog van 2,00 euro per dag naar 2,15 euro. Dit jaar stijgt de thuiswerkvergoeding door naar 2,35 euro per dag.
#11 Versoepeling regels ov-kaart van de baas
Per 1 januari 2024 wordt het fiscaal en administratief makkelijker voor u als werkgever om ov-abonnementen aan werknemers aan te bieden die zij ook privé mogen gebruiken. Er zijn voortaan drie manieren hoe u openbaar vervoer kan aanbieden aan werknemers. De eerste manier is ter beschikking stellen. U betaalt als werkgever de ov-kaart en de kaart blijft eigendom van het bedrijf. De tweede manier is verstrekken. U betaalt, maar uw werknemer is eigenaar van de kaart. De derde manier is vergoeden. De werknemer betaalt en is ook eigenaar van de ov-kaart.